13 oktober – De Toppers
Ik mag in m’n handen dichtknijpen met de hulpverleners om me, ons, heen, diegenen waar ik het meeste mee te maken heb. Waar ik al jaren van zorgverzekering wil wisselen maar enorm opzie tegen het gedoe, ben ik prima tevreden met het “team” om me heen. Ik ben ook wel eens niet blij, en daar probeer ik dan iets aan te doen. Zo wisselden we een aantal jaar geleden van tandartspraktijk om bij dezelfde tandarts te kunnen blijven. Dit na een ‘minder prettige ervaring’ in de stoel bij de nieuwe tandarts. Hij deed heel raar en onaardig tegen onze dochter van een jaar of 2 en bij mij zei hij: “Het ziet er príma uit!” Om daarna door te gaan met: “maar ik wil je wel een kroon adviseren en die ga ik er dan in zetten” uuuhhh je gaat wát? Uiteindelijk hing ik huilend aan de telefoon bij de secretaresse die me vertelde dat ik ook gewoon met mijn oude tandarts mee kon naar de praktijk waar die nu werkzaam was. Naar de tandarts gaan is nog geen hobby van me, maar het vertrouwde gezicht helpt me wel.
Ik had in 2020 een boek willen schrijven. Dat zou gaan over hoe we uit die wachtkamers zouden komen. Ik had gehoopt dat het zou eindigen met het lopen van een halve marathon en “ze leefden nog lang en gelukkig.” Die halve marathon haal ik nooit én is bovendien afgelast. En aan “lang en gelukkig leven” zijn we nog niet toe hier.
Het lijstje met hulpverleners is nog vrij lang. Langer dan ik aan het begin van het jaar gehoopt had. Naast de wekelijkse bezoeken aan verschillende fysiotherapeuten heb ik, na een korte pauze, de psycholoog ook weer toe kunnen voegen aan het lijstje. Waar ik in juli nog met vertrouwen afscheid nam van mijn psycholoog lukt het nu niet. De klappen waren te hard de afgelopen tijd. De onzekerheid, verwijten en beschuldigingen van diverse mensen icm met PTSS maken dat het even niet lukt. Dat ik hoop daarbij hulp te krijgen. Ook qua werk ben ik gedeeltelijk uitgevallen en ik heb geen idee hoe ik dat weer op moet pakken. Gesprekken met bedrijfsartsen vind ik altijd lastig, en ik ben blij dat ik er van de week eentje trof die heel goed meedacht en ook duidelijk omschreef “wat we wel en vooral wat we niet gaan doen.” Daar waar ik het nu zelf moeilijk vind om dingen te beslissen hielp zij me erg goed.
Ik kan het niet alleen. Ik vind het te moeilijk alleen. Ik durf het niet alleen. Of doe ik al heel veel alleen? Ondanks dat ik niet alleen bén.
Waar in mijn boeken de hashtag #mijnhuisartsiseentopper regelmatig terugkomt, sport ik nu in een shirtje met daarop #mijnfysioiseentopper. Eigenlijk zou het moeten zijn: #mijnfysioszijntoppers want het zijn er stiekem drie. Alleen bekt dat niet zo lekker. De fysio waar ik ook in mijn eerste boek over schreef. Die zorgt dat ik lekker kan blijven bewegen. Voor specifieke klachten werd er nog eentje tijdelijk toegevoegd. De behandelingen zijn (zeker) niet altijd fijn. Maar het vertrouwen is er. Dat ik niet van de bank lazer, ook niet als mijn lijf hard kraakt of ik zelf niet meer weet hóe ik nou eigenlijk lig. Het helpt me van mijn klachten af. En in de afgelopen jaren is me wel duidelijk geworden dat dat vertrouwen er moet zijn. Anders heeft het geen enkele zin. Een derde fysio die me coacht(e) naar de halve. Die heb ik al een tijdje niet gezien omdat mijn hardlooptraject helaas (even) stil ligt.
Misschien moet ik in mijn tweede boek zetten: ‘mede mogelijk gemaakt door de toppers’
Maar dan krijg je wel weer hele rare vragen denk ik. Als ik maar niet in een glitterjurk met veren hoef…..