7 oktober: Pannetjes
Ik heb altijd een pannetje op het vuur. Vaak ook meerdere pannetjes. Altijd pruttelt er wel iets, een plannetje of een projectje. Eigenlijk zijn er altijd meerdere pannetjes die staan te pruttelen. Sommige pannetjes pruttelen zachtjes, zo op de achtergrond. Met enige regelmaat denk ik eraan en roer ik er een beetje doorheen. Om het pannetje dan weer een tijdje te vergeten.
Ook zijn er pannetjes die hard pruttelen. Die moeten nu. Omdat er een deadline nadert, of omdat het projectje gewoon heel leuk is.
Het houdt me bezig, ik blijf scherp en wordt gelukkig van mijn pannetjes. Soms brand er eentje aan. Dan was ik ‘m vergeten, had ik het te druk met roeren in andere pannetjes of stond het vuur gewoon te hoog. Dat is wel eens frustrerend.
Je pannetje laten verpieteren en weggooien is toch zonde. Ook al is hij gewoon drooggekookt.
Hij heeft dat helemaal niet. Eén enkel pannetje is meer dan voldoende. En als het pannetje leeg is stopt hij er het liefste hetzelfde weer in. Omdat hij weet hoe het werkt, hoe het smaakt en hoe de bereidingswijze is.
Ik zet nog wel eens een pannetje op met iets nieuws erin. Een nieuw knutselproject. Van de zomer was dat een tuinbankje van pallets. Toen ‘ie af was kon het pannetje van het vuur. (En was er weer plek voor een nieuwe)
Het pannetje afvallen dat pruttelt heel zachtjes. Dat speelt in mijn achterhoofd maar ik zou het een stuk harder moeten zetten. Dan let ik er beter op en kan het pannetje daarna weer zachter. Maar moet wel blijven pruttelen.
De pannetjes met “Boek 2” pruttelt altijd. Soms wat harder. Ik zou willen dat boek 2 er moet komen, dus ik draaide dit pannetje wat hoger.
Weet je wat er al heel lang achterop het fornuis staat? Mijn ukelelepannetje. Daar zou ik graag wat beter op willen leren spelen. Die moest misschien van de zomer maar mee, mochten we met de tent weggaan. Want in de coronaquarantaine is er niks van gekomen helaas. Ook van die tent niet.
Hij weet van sommige pannetje dat ze bestaan, andere pannetjes heb ik nog niet over verteld. En die komen dan voor hem als donderslag bij heldere hemel voorbij. En dat levert dan vaak veel stress op bij hem. ‘Wennen aan het idee’ was bij mij al begonnen maar bij hem nog niet. Daar moet ik (meer) rekening mee houden.
Ik ben blij met mijn fornuis met p(l)annetjes. Zonder zou ik me maar vervelen.